Sijbren Ridsert (Siep) van den Berg (Tirns 1913 – Amsterdam 1998) was zoon van een smid. Hij werd eerst huisschilder, maar maakte ook schilderijen. Van 1930 tot 1933 volgde hij de avondopleiding Tekenen en Schilderen aan Academie Minerva in de stad Groningen en kreeg les van onder anderen Jan Altink en leerde Gerrit Benner kennen. Na deze opleiding zette hij met Oscar Gubitz een reclamebureau op. In 1937 ontdekte Hendrik Werkman zijn schilderwerk en stimuleerde hem om zich daar volledig op te richten. In 1939 huurde hij de theekoepel in het Sterrebos in Groningen als atelier. In 1943 trouwde hij met Fie, de dochter van Hendrik Werkman.
Hoewel Van den Berg niets van de kunstenaars van De Ploeg moest hebben, maakte hij voor Werkman graag een uitzondering. Werkman maakte hem attent op het werk van Cézanne. Diens manier van omgaan met de denkbeeldige ruimte in het schilderij en zijn ontkenning van de traditionele regels van het perspectief hadden een geheel nieuwe beeldtaal tot gevolg.
Zijn stijl ontwikkelde zich van het naturalisme via het impressionisme en het kubisme naar het constructivisme. In Cézanne zag Sieb een kunstenaar die zijn eigen weg volgde en al experimenterend en onderzoekend hetgeen hij in de natuur waarnam probeerde weer te geven. Niet op een natuurgetrouwe wijze, maar door al het overbodige te elimineren. Na de Tweede Wereldoorlog was hij een aantal keren Parijs en volgde daar lessen aan de Académie de la Grande Chaumière. Zijn voorstellingen begon hij op te delen in hoekige kleurvlakken. De Franse kubisten en Mondriaan waren daarbij zijn voornaamste inspiratiebron. Omstreeks Van den Berg scheidde van zijn vrouw en verhuisde in 1954 naar Amsterdam, waar hij een atelier had aan de Brouwersgracht. De theekoepel in Groningen hield hij ook aan.
Daar verdween de relatie met de werkelijkheid geleidelijk aan uit zijn werk en ontstonden composities van losse vormen in volledige abstractie. Van den Berg ontwikkelde een zuiver voorstellingsloze uitdrukkingswijze, gebaseerd op een gevarieerde toepassing van horizontalen en verticalen in rood, geel, blauw, zwart en wit. De lijn speelt als beeldend middel een belangrijke rol in zijn werk.Siep van den Berg was een van de weinige Hollandse schilders die naam maakte in het naoorlogse constructivisme.

Naast schilderijen maakte Van den Berg ook diverse sculpturen; als beeldhouwer was hij autodidact. Van den Berg zag het overbrengen van harmonie en helderheid door middel van zijn openbare kunstwerken als zijn belangrijkste doelstelling. Hij maakte verschillende beelden in Nederland, waaronder Lijnenspel in Stadskanaal, Libbensline in Tirns, Top en Twel in Oppenhuizen) en De bevrijde vogel in Amsterdam. De Humanistische Omroep maakte in 1986 een documentaire, waarin Van den Berg over zijn leven en werk vertelde. Werk van hem bevindt zich o.a. in het Groninger Museum en het Gemeentemuseum in Den Haag.