Hart Nibbrig (Amsterdam 1866-Laren 1915) werd als tweede kind geboren in een gezin van vijf kinderen. Reeds op jonge leeftijd werd het tekentalent van Ferdinand opgemerkt. Dat hij in 1881 leerling van de tekenschool Quellinus werd, is ook een logisch vervolg. Daarna akte hij een studie aan de Rijksacademie van Beeldende Kunsten (1883-1888), beiden in Amsterdam.
In zijn eerste jaren werkte Nibbrig als schilder daarom ook in een impressionistische stijl van de Amsterdamse school. Hierna vertrok hij naar Parijs om zijn studie af te ronden aan de Académie Julien. Hij omvatte oa Van Gogh en Seurat en vooral door de invloed van Seurat wendde hij zich af van het Amsterdamse impressionisme om zich te bekwamen in het pointillisme met zijn stippeltechniek.
Hart Nibbrig vond het luminisme en het pointillisme in Nederland wat wordt mislukt door de betrouwbare kleuren en het vele licht. Periodiek schilderde hij in Algerije, Duitsland en op panorama Vlieland en gedurende de zomers nam hij veel in het Zeeuwse Zoutelande. Hier complexe hij een aantal landschappen waarin hij zijn techniek van het schilderen van grote helderheid en het fijne pointillisme toont.
1894 Oogstmaand
Hij zag echter de statische en de beperkingen van het pointillisme en probeerde een synthese te bereiken met het toevoegen van realistische elementen. Hiertoe zette hij korte penseelstreken op het doek zoals hij dat bij Van Gogh had gezien. Dat bevat een aantal sterke schilderijen van Gooische boeren.
Naast een bekwaam schilder vertoonde hij zich ook een hartstochtelijk wielrenner. In 1885 won hij de eerste grote wegwedstrijd in Nederland, van Amsterdam naar Arnhem. Na een jaar Parijs hij zich in 1894 in Laren waar hij villa 'Olmenhove' liet bouwen op de Naarderstraat 63. Op 25 maart 1895 ontmoette hij Johanna Moltzer (1869-1957). Ze kreeg drie zoons en een dochter.
Zoutelande 1910
In 1910 kwam Hart Nibbrig voor het eerst in Zoutelande en kocht er al snel een duinpan waar hij een huis op liet bouwen om er de vakanties door te brengen. Daar kon hij productief zijn en schilderde dus veel.
In de creatie Domburg vormde zich een kunstenaarskolonie met onder meer Jan Toorop en Piet Mondriaan. Nibbrig nam een plaats in de tentoonstellingscommissie waarmee hij een belangrijke schakel in de Nederlandse Schilderkunst werd. Zijn werk werd door collega's toen al op waarde geschat.
Zoutelande 1910
De lichtere kleurweergave die in de mode was, was bovenhands. Hij was met een grote regelmaat buiten te vinden, om in de open lucht de lichteffecten te beïnvloeden. Hij stapt van de bruine en donkere tinten. De lichtere kleurweergave die in de mode was, was bovenhands. Gecombineerd was hij voor vele andere schilders een grondlegger van een 'lichtere' werken waar het luminisme bekend om staat. Ook had hij een typisch hoop zonlicht voor zijn panoramische landschappen.
De penseelvoering werd later steeds verliezer. Naast landschappen schilderde Nibbrig ook portretten van mensen met de doorleefde gezichten op Walcheren. Naast Zeeland werkte hij ook op Vlieland en maakte hij reizen naar Noord Afrika en Duitsland.
Op 52-jarige leeftijd stierf Hart Nibbrig na een langdurige ziekte. Door een schenking van zijn zoon bezit het Singer Museum in Laren een grote collectie van zijn werk dat in een naar hem duurzame zaal getoond wordt. In Laren is ook de Hart Nibbriglaan naar hem duurzaam.
Meer weten? Koop dan dit boek over Hart Nibbrig en ga naar het Singer in Laren.