Cornelis Johannes (Kees) Maks werd geboren in Amsterdam op 22 augustus 1876 en was een Nederlands kunstschilder en enige echte pupil van George Hendrik Breitner. Dat kan je zien aan zijn gedurfde en robuuste opzet van zijn schilderijen. Hij wordt gerekend tot de belangrijkste moderne, figuratieve kunstenaars van het begin van de 20e eeuw. Terwijl in het eerste kwart van de 20e eeuw vooral de avant-gardistische schilderkunst de boventoon voerde in Europa, keerden veel kunstenaars in het interbellum juist terug tot een meer neo-klassieke figuratieve kunst: retour à l’ordre. Hij is verwant aan de Bergense School door de zichtbare werkelijkheid in zijn oeuvre en de Haagse School.
Kees Maks maakte schilderijen en aquarellen van het mondaine uitgaansleven, veelal geschilderd op groot formaat in grote kleurvlakken. Hij is bekend om, voor Nederland frivole a-typische circusvoorstellingen, dansparen, flanerende gezelschappen, variété en tuinfeesten. Hij schilderde levenslustig en expressief met sterke contrasten, heldere felle kleuren en fijne kleurvlakken vormde. Voor een boek typeerde hij zichzelf: ‘Steeds het licht, de kleur en vooral de beweging zoekend neemt hij een aparte plaats in de schilderswereld.’
Hij kreeg les van Breitner en zat op de Akademie waar hij na een conflict met Nicolaas van der Waay alleen nog maar de avondopleiding mocht bezoeken. Tijdens en vlak na zijn studie ging hij al naar Parijs, voor vooral Manet en later naar Spanje om Velasquez te bestuderen en beïnvloed te worden door het zuidelijk licht. Daarna verbleef hij een tijd in Rome waar hij de techniek van schilderen met een raster van de bevriende kunstenaar Mancini ontdekte en ging toepassen.
Hij signeerde zijn werk als C.J. Maks. Hij wisselde zijn woonplaats Amsterdam, waar hij tot 1912 lid was van St. Lucas, met langere verblijven in Parijs waar tussen 1910 en 1945 jaarlijks mee deed aan de Salons en zijn populariteit in Frankrijk verklaard. In 1910 richtte hij met ondermeer Toorop, Mondriaan en Kickert de kunstkring op. Samen met andere leden als Kees van Dongen en Jan Sluijters zorgde Maks met zijn werken voor ophef vanwege het moderne karakter en de soms aanstootgevende onderwerpen. De Hollandse Kunstkring exposeerden ook regelmatig in het Stedelijk. In 1929 had hij zijn tweede solo-voorstelling in het Stedelijk Museum. Ook bij Buffa had hij regelmatig exposities.
Na de oorlog bleef hij trouw aan zijn manier van schilderen waardoor hij niet de aandacht kreeg zoals in het begin van zijn carrière en bijvoorbeeld Piet Mondriaan wel ten deel viel. Kees was een beetje een eenling en blijkt uit studies een stugge man. Vrienden waren onder meer verzamelaar Osterholt, schilder Otto B. de Kat en beeldhouwer Han Wenzelaar die of op Prinseneiland in de studio van ‘Keesbaas’ en Breitner langskwamen of later in zijn huis op de Willem Sparkweg. Beiden stonden vol met zijn werken en een paar van Breitner. Hij trouwde met Sara Boas waar Simon Maris getuige was.
Meer lezen, koop dan dit boek bij ondermeer BOL die werd uitgegeven voor een tentoonstelling in de Kunsthal:
