De term magisch realisme, ook wel fantastisch realisme, wordt zowel in de schilderkunst als de literatuur gebruikt voor een stroming in de jaren 20 en 30 van de vorige eeuw. De werkelijkheid wordt verbonden met iets magisch; een andere of hogere werkelijkheid. De beelden zijn daardoor hallucinerend of dromerig vandaar ook de evenwaardige benaming fantastisch realisme. Het zijn min of meer realistische voorstellingen in ongewone verbanden en omgevingen. De kunstenaars grepen terug op het realisme als tegen reactie op het expressionisme. Het Magisch Realisme is ook verwant aan het Surrealisme. De surrealisten werden beïnvloed door de Freudiaanse veronderstelling dat bij de uitingen van het onbewuste, gedachten en gevoelens worden voorgesteld door symbolen. De waarheid zou verscholen liggen in de ongecontroleerde driften. De droom, associaties en het onbewuste spelen ook in het Magisch Realisme een grote rol. In tegenstelling tot de surrealisten streefden zij echter geen automatisme na.
De werken zijn nauwgezet, bijna fotografisch. Dubbelzinnige perspectieven en een ongebruikelijke manier om de dingen naast elkaar weer te geven, versterken nog die magische suggestie. Het spel van licht en kleur en de technisch perfectie maken geheimzinnige, soms dreigende schilderijen die hun weergave van de werkelijkheid een vervreemdend karakter meegeven. Vaak verwijzen hun onderwerpen naar dood, dreiging en verval. Vanaf 1915 ontpopte de Italiaanse schilder Giorgio de Chirico met zijn Pittura Metafysica zich als de wegbereider tot het magisch realisme. In 1920 keerde de Duitse kunstenaar Max Ernst het dadaïsme van Keulen de rug toe en vestigde zich in Parijs, op uitnodiging van André Breton. In 1921 creëerde hij er l'Elephant Célébes en werd hij meteen de internationale promotor van het surrealisme.
In Nederland zijn vooral Maurits Cornelis Escher, Carel Willink, Pyke Koch, Raoul Hynckes, Charley Toorop, Wim Schuhmacher, Dick Ket en voorloper Jan Mankes exponenten. De neorealisten vormden geen hechte groep of verband. In België staat Albert Bockstael aan de wieg en bereidt de weg voor onder meer voor Paul Delvaux en René Magritte. Ook in deze eeuw zijn magisch realisten actief zoals een Patricia van Lubeck, Peter van Oostzanen en Uko Post.
Pyke Koch (Beek 1901 - Wassenaar 1991) maakte maar 120 schilderijen (bron RKD) maar geniet de grootste faam als neorealist, ondanks zijn foute sympathieën en vrienden tijdens de tweede wereldoorlog. Hij begon pas op latere leeftijd met schilderen. Een grote verrassing voor zijn omgeving want hij was een heer van stand die de kunstwereld in denderde. Koch liet zich voor zijn werk inspireren door achterbuurten en cinema. Hij schilderde scenes die destijds voor ophef zorgde zoals van een urinoir in Amsterdam, een ontmoetingsplaats voor homoseksuelen. In 1930 was homoseksualiteit nog veelal taboe en was met zijn genderneutrale werken de tijd heel ver vooruit. Op zijn schilderijen is na de oorlog nergens meer een spoor van het fascistische gedachtegoed te ontdekken. Zijn werken worden lichter en vrolijker.
Koch was een perfectionist. Hij vernietigde soms zijn eigen werken of schilderde over al bestaande doeken. En ondanks zijn dubieuze verleden, kan Koch als een van de belangrijkste Nederlandse schilders van de 20e eeuw worden gerekend. Ook wij hebben hem opgenomen in de lijst van de belangrijkste 15 moderne kunstenaars. Pyke Koch maakte zeer persoonlijke werken met een bijzondere vorm van verstilling. Koch was autodidact, stond op zichzelf en cultiveerde dat. Wel vond hij de term magisch-realisme goed passen bij zijn werk. Koch beschreef zijn schilderijen als ‘voorstellingen die wel mogelijk, maar niet waarschijnlijk zijn Hij was een groot ambachtsman, geïnspireerd door de Italiaanse Renaissance. Er zijn verwijzingen te vinden naar de psychoanalyse, maar altijd verhuld en vaak in een controversiële compositie.
Kunstenares Charley Toorop (1891-1955) is de dochter van Jan Toorop en groeide zo op te midden van de Nederlandse avant-garde kunstwereld. De stijl van haar vader heeft vooral in de beginfase grote invloed op haar werk. Ze bewondert Piet Mondriaan. Ze schildert korte tijd in kubistische stijl, maar vanaf 1914 werkt ze in de stijl van de ‘spirituele expressie ’met figuren omgeven door aura’s en golvende lijnen, geïnspireerd door Wassily Kandinsky. De weg van de volledige abstractie wilde Charley Toorop nooit opgaan. Ze hechtte grote waarde aan de weergave van de zichtbare werkelijkheid. Vanaf de jaren dertig schildert ze veelal vrouwenfiguren, naakten en zelfportretten. Toorop ontwikkelt een nieuw soort realisme, waarin ze de werkelijkheid op een confronterende, haast zakelijke manier neerzet. Een bekend schilderij is Drie generaties uit 1950 in de collectie van Museum Boijmans Van Beuningen. Ze schildert met krachtige penseelstreken. Vanwege de magische sfeer, die haar doeken wordt ze ook beschouwd als magisch realist.
Dick Ket (1902 – 1940) schilderde voornamelijk zelfportretten en stillevens. Vanwege zijn zwakke gezondheid was hij aan huis gebonden en bleef hij bij zijn ouders wonen. Hij ging naar de Arnhemse school voor beeldende kunst en kunstnijverheid. Daar raakte hij bevriend met kunstschilder Johan Mekkink. Zelf werd Ket aanvankelijk beïnvloed door George Hendrik Breitner en Floris Verster. Hij schilderde, met behulp van het paletmes in een impressionistische stijl. Vanaf 1930 veranderde Ket zijn schildertechniek. Hij ging over op een meer verfijnde gedetailleerde realistische weergave met een hoekige lijnenspel van het kubisme. De geometrische vormen ordenen van zijn stillevens. Ket had bewondering voor kunstenaar Jan Mankes, die net als hij erg onder de indruk was van de Vlaamse primitieven.
Dubbelportret Dick Ket met zijn vader - 1939
Maurits Cornelis Escher (1898-1972) is een van ’s werelds meest beroemde grafici. Gedurende de tijd dat hij in Italië woont en werkt maakt hij al realistische werken zoals de litho Castrovalva waarin de fascinatie voor perspectief al te zien is. Hij is het meest beroemd om zijn zogenaamde onmogelijke tekeningen, zoals Klimmen en Dalen en Relativiteit. Gedurende zijn leven maakt Escher 448 litho’s, houtsneden en houtgravures en meer dan 2000 tekeningen en schetsen. M.C. Escher wordt gefascineerd door de regelmatige geometrische figuren van de wand -en vloermozaïeken in het Alhambra, een veertiende-eeuws kasteel in Granada, Spanje, dat hij in 1922 en 1936 bezoekt. Hij speelt met architectuur, perspectief en onmogelijke ruimtes. M.C. Escher laat ons zien dat de werkelijkheid wonderlijk, begrijpelijk en fascinerend is. Hij is daarmee (ook) een exponent van het magisch realisme.
Raoul Hynckes (Brussel 1893 – Blaricum 1973) was een Nederlands kunstschilder van Belgische afkomst die begon met impressionistisch schilderijen, maar in de jaren dertig begon met allegorische, zeer minutieuze werken. Verdorde bomen, oude spijkers, doodshoofden waren zijn specialiteit. Hij wordt gerekend tot de magisch realisten met een bijna lugubere weergave van de werkelijkheid.
Raoul Huynkes - Bloemen - 1941 - Museum More
Jan Mankes (Meppel 1889 – 1920) begon met het schilderen van vogels en nesten in de duinen van Den Haag en omgeving. In het begin schilderde Mankes vooral donkere vogels in donkere tinten, later ook licht gekleurde veelal witte dieren zoals hanen en konijnen Zijn liefde voor de natuur kreeg later in Friesland nog een extra boost. Een van zijn topstukken is het schilderij van de Woudsterweg waaraan hij zes jaar met zijn ouders woonde. In 1913 leerde hij Anne Zernike kennen, een theologe en de eerste vrouwelijke predikant van Nederland. Mankes werkt al vroeg geveld door de tuberculose; wanneer het iets beter ging werkte hij onafgebroken. Mankes liet een oeuvre na van zo'n 150, kleine, schilderijen, ongeveer 100 tekeningen en zo'n 50 prenten. In meer dan de helft van zijn werk is de natuur het belangrijkste onderwerp. Daarnaast maakte hij (zelf)portretten, stillevens, landschappen en interieurs. Zijn werk kenmerkt zich door een zekere stilte door evenwichtige composities en ingetogen kleurgebruik, alsmede een nauwelijks zichtbare penseelstreek.

Wim Schuhmacher (Amsterdam 1894 - 1986) was een beeldend kunstenaar in de brede zin. Hij maakte schilderijen en tekeningen, en ontwierp meubilair en decors voor toneelstukken. Veel van zijn motieven vond Schuhmacher in het Middellandse Zeegebied. Jarenlang reisde hij naar en in Frankrijk, Italië en Spanje. Zijn schilderijen zijn zorgvuldig geschilderd, zonder een zichtbare toets. De vormen zijn strak en nauwkeurig weergegeven. Hij wordt vaak in verband gebracht met de Nieuwe zakelijkheid en is verwant aan de Bergense School.Zijn bijnaam is De Meester van het Grijs, naar de grijze waas die met name over zijn latere schilderijen lijkt te hangen.
Schuhmacher - 2 Vrouwen