Adrianus Philippus de la Rivière (Rotterdam 1857-1941) genoot zijn opleiding aan de Academie voor Beeldende Kunsten Rotterdam. Adriaan was een getalenteerd schilder. Niet voor niets ontving hij 1897 van Koning Willem III de Koninklijke Subsidie om zich in München en Italië verder te bekwamen. Omdat hij ‘pensionnair’ van de Koning werd kon hij van 1877-1882 rustig studeeren. Na zijn terugkeer maakte hij talrijke belangrijke schilderijen die zeer gewaardeerd werden. Hij maakte vooral olieverven en aquarellen, veel sterk verhalende genrestukken van het het alledaagse leven in de stad en op het platteland in een lichtvoetige, impressionistische stijl. Hij schilderde figuren, interieurs, landschappen, stadsgezichten, stillevens en portretten.
Adriaan de la Rivière woonde eind negentiende eeuw ruim nog een jaar op de Lange Brugstraat 20 in Etten-Leur; eerst kort samen met het schildersechtpaar Richard Bisschop en Suze Robertson en daarna alleen. Alle drie hadden zij hun opleiding genoten op de Academie voor Beeldende Kunsten in Rotterdam en exposeerden in die tijd regelmatig samen. De woning was eigendom van amateurschilder en zakenman Hendrik Dolk die ooit het kerkje waar Vincent van Gogh in woonde vastlegde op het doek.

