Jozef Israëls (Groningen 1824 – Den Haag 1911) was een van de voornaamste Nederlandse schilders van de Haagse School. Jozef wordt geboren in een joods gezin met veel aandacht voor de joodse gemeenschap, religieuze en kunstzinnige zaken. Zijn ouders wilden graag dat hij rabbijn werd, maar al op jonge leeftijd werd duidelijk dat Israëls voor kunstenaar in de wieg gelegd was door zijn tekentalent. Hoewel hij aanvankelijk successen boekt met historiestukken, specialiseert hij zich in de loop der tijd in het vissersgenre, dat hem wereldberoemd zou maken.
Hij was nauwelijks achttien jaar, toen hij in Amsterdam in de leer ging bij Jan Adam Kruseman en Jan Willem Pieneman. Hij bleef er wonen tot 1871. Hierna woonde en werkte hij in Den Haag. Tijdens een verblijf van 1845 tot 1847 in Parijs bekwaamde Israëls zich verder in de academische schilderkunst in het atelier van de Franse François-Édouard Picot werd hem het romantische historieschilderen bijgebracht. Louis Gallait en de Franse Nederlander Ary Scheffer oriënteerden hem eveneens op het Romantiek en hij ontmoette ondermeer Jan Jongkind en de schilders van Barbizon. Hij reisde vervolgens naar Duitsland en maakte kennis met de Duitse romantici.
Ondanks deze reis werd Israëls geen historieschilder. Tijdens het herstel van een ziekte in de vissersplaats Zandvoort werd hij gegrepen door de tragiek van het eenvoudige leven van de vissers. Hij werd internationaal bekend met zijn schilderijen waarin de vissers sober en ingetogen worden weergegeven door het gebruik van een lage toonladder. Jozef weet de dramatiek van het zware bestaan treffend te verbeelden in uitgebalanceerde composities.
Israëls’ pasteuze schildertoets, zijn warme toanle kleuren en het gebruik van licht-donkereffecten maken hem de grondlegger van de Haagse School. Net als Rembrandt, maakte Israëls in zijn composities graag gebruik van clair-obscur en dus versterkte licht- donkercontrasten. Hij verkocht zijn werk in het buitenland als warme broodjes en ontving lovende kritieken. In de ogen van Van Gogh was Israëls een Hollandse’ Millet.

Jozef Israëls - Kinderen der zee- Rijksmuseum
De harde realiteit van het leven van de arme hardwerkende arbeider gaf hij op ongepolijste manier weer. Daarmee sluit zijn werk aan bij het realisme van de negentiende eeuw, dat sinds 1850 gangbaar was in de kunst. In Den Haag raakte hij nauw bevriend met Hendrik Willem Mesdag. Ze waren in 1876 samen betrokken bij de oprichting van de Hollandsche Teekenmaatschappij, net als Anton Mauve en speelden een voorname rol in het Haagse Pulchri Studio. Ook Willem Maris en Jan Hendrik Weissenbruch waren in die tijd in Den Haag gevestigd en onderdeel van de Haagse School.
Vanaf 1885 leidde hij zijn zoon Isaac Israëls op die daarna zich in Amsterdam vestigde en net als Breitner een van de Amsterdamse impressionisten werd. Jozef Israëls maakte van 1897 tot 1898 een reis door Spanje en maakte een reisverhaal aan de hand van tekeningen. Israëls had naast zijn zoon ook Bernard Blommers, Hein Burgers en Nicolaas Jan Adriaan als leerling.