Lou Loeber (Amsterdam 1894-Laren 1983) woonde vanaf 2001 bijna haar hele leven in de ouderlijke villa in Laren. Ze was de oudste in een gezin van zeven kinderen. Haar sociaal bewogen en kunstminnende ouders lieten Lou schilderlessen volgen bij Co Breman (1865-1938) en August Legras (1864-1915). Ze volgde daarna de Rijksacademie te Amsterdam en raakte daarna door Toon Verhoef (1893-1979) gefascineerd door de avantgarde van Le Courbusier, de Stijl en Bauhaus. Ook zij ging abstract figuratief werken terwijl de academie haar daar niet in had opgeleid.
De socialistische Lou Loeber schiep kunst die voor iedereen toegankelijk moest zijn, 'algemeen menselijk' zoals zij dit noemde. Met een objectieve, kubistische beeldtaal en eenvoudige, geometrisch bepaalde kleurvlakken in heldere kleuren wilde ze inspelen op het gemoed van de toeschouwer zonder de zichtbare werkelijkheid helemaal los te laten. Volledig abstracte kunst vond ze elitair, ze koos een sterk geabstraheerde werkelijkheid tot uitgangspunt. De strenge opvattingen van Mondriaan die uitsluitend primaire kleuren en niet-kleuren gebruikte vond ze te rigide. Ze gaf de voorkeur aan de lossere aanpak van het Bauhaus. De harmonieuze composities van Lou Loeber zijn kleurrijk en hebben een hoge esthetische kwaliteit. Ze maakte altijd meerdere 'afdrukken' van haar werken om de prijs te drukken.

Ze was naast schilderes ook actief als glasschilder, tekenaar, etser, linosnijder, graficus en illustrator. Werk van Lou Loeber is onder andere in bezit van het Singer Museum te Laren. Het werk van Loeber is in zekere mate verwant aan De Stijl. Onder andere het Singer en het Centraal Museum heeft werk van haar in de collectie. In 1927 reisde ze naar het Bauhaus in Dessau en naar Berlijn. In datzelfde jaar werd de ‘Socialistische Kunstenaarskring’ (SKK) opgericht, ze werd lid en bleef dat tot 1929, ook was ze lid van de Vereniging van Beeldende Kunstenaars Laren-Blaricum. In 1931 huwde ze de socialistische kunstenaar en astroloog Dirk Koning (1888-1978).
Toen de tweede wereldoorlog uitbrak weigerde Lou lid te worden van de Kultuurkamer en diende in het verzet en kwam nauwelijks meer toe om te schilderen.


