website

De Haagse School

'Haagse School' is een benaming voor een groep kunstschilders die tussen 1860 en 1890 in Den Haag en omgeving werkten. De bloeiperiode van de Haagse School ligt grofweg tussen 1870 en 1885. Bekende schilders van de Haagse School zijn Jozef Israëls, Anton Mauve, Johan Hendrik Weissenbruch, Willem Roelofs, Hendrik Willem Mesdag, Constantin Gabriel en Jacob en de Jacob & Willem Maris. Ze zetten zich af tegen de behoudende romantische stijlopvatting die werd onderwezen aan de kunstacademies. Ze streefden naar een realistische weergave van de werkelijkheid in plaats van een geïdealiseerde weergave van een onderwerp.

Anton Mauve
Het draait om de weergave van het licht en de atmosfeer van het landschap. Dit bereikten ze door een getemperd palet met subtiele toepassing van contrasten tussen licht en schaduw, vaak in verschillende tinten bruin en grijs waardoor de schilderijen in het begin van de stroming nogal somber konden zijn. De tinten van het Hollandse landschap en het vaak bewolkte weer spelen hierin een natuurlijke rol, maar vooral zochten deze ‘zonen van het mistige noorden’ de betovering van de toon, waarbij de kleuren nauwkeurig op elkaar waren afgestemd en bontheid werd vermeden. Sommige critici spraken hier juist lovend over als de 'poëzie van het grijs'. Bilders spreekt in 1860 van ‘een geurig, warm grijs tonaal palet’. Met parelgrijs tonen werd de mist gevangen of een natte koude herfstdag. Met tonen wit werden de winterlandschappen rondom Den Haag vastgelegd alsof je zo het landschap in liep. Mede daarom zijn de Hollandse luchten ook bij toeristen nu nog zo beroemd en magisch.

Het onontgonnen landschap rondom Den Haag (tot aan Gouda) was voor de heren een onuitputtelijke bron. In fijne, tere nuanceringen wisten zij de onbegrensde ruimte van een Hollands (water)landschap te suggereren en wisselende luchten te vangen. De vele molens en uiteraard de vissersvloot van Scheveningen met de wisselende wolkenformaties boven het water zijn de belangrijkste onderwerpen in schilderijen en aquarellen. Ook het vangen van garnalen langs de waterrand of taferelen op het strand komen veelvuldig voor.

‘De groote grijze lui’, noemde Vincent van Gogh in zijn brieven aan Theo. Van Goghs omschrijving was niet negatief bedoeld. Hij was vol bewondering omdat zij met ‘nieuwe’ ogen keken zij naar het ‘gewone’ landschap om hen heen en registreerden in snelle, spontane penseelstreken hun indrukken van stemming en atmosfeer, de seizoenen, het weer, de momenten van de dag. Anton Mauve was overigens een neef van Van Gogh. 

 
Anton Mauve

 

Willem Roelofs wordt wel de grote inspirator van de Haagse School genoemd. Hij reisde als een van de eersten die vanuit zijn woonplaats Brussel in 1850 naar Barbizon waar hij geïnspireerd raakte door de schilders die ‘En plein air’ de natuur vastlegden: een revolutie in de landschapsschilderkunst en lieten een breuk zien met het ideaalbeeld door vanuit observatie te tekenen en schilderden. Deze Franse groep kunstenaars werkten rond 1850 in de bossen rond het plaatsje Barbizon ten Zuiden van Parijs. 

De meeste kunstenaars kenden elkaar al uit van ontmoetingen in de Pulchri Studio die Weissenbruch en Roelofs hadden opgericht in 1847. Dat werd ook het hoofdkwartier waar zij kunstbeschouwingen, kluchten, tentoonstellingen en winterfeesten organiseerden. Schilders die zich later aansloten hadden elkaar leren kennen in of rondom Oosterbeek. Later gaan onder meer Mauve en Israel naar Laren.

Mesdag

Door de invloed van het impressionisme wordt het kleurgebruik mettertijd lichter en helderder en de penseelvoering losser.  Na de hoogtijd worden de Amsterdamse impressionisten, symbolisten en neo-impressionisten belangrijker in de invloed op de kunst in Nederland en daarbuiten. 

Bronnen: Artsalon.nl Wiki en het boek De Haagse School van De Gruyter.