Moricz (Maurice) Goth (Avdo Hongarije 1873-1944 Amsterdam) was een kosmopoliet. Hij was een zoon van een rijke landeigenaar die aandrong op een studie rechten. Tijdens een bezoek aan München in 1893 besloot hij toch kunstenaar te worden en nam hij les bij zijn landgenoot Simon Hollósy, die daar een privé-academie dreef. Daarna bezocht hij de academies van Wenen, Parijs en Brugge en reisde in 1913 naar de Verenigde Staten. In München leerde hij zijn vrouw Ada kennen die ook schilderde. Vanuit Panne in België, waar hij in 1914 met zijn gezin verbleef, vluchtte hij bij het uitbreken van de oorlog naar het neutrale Nederland en kwam terecht in Middelburg en Domburg waar ze in het schilderskolonie van Jan Toorop terecht kwamen. Een veelvoud aan stijlen was kenmerkend voor de schilders die tussen 1911 en 1921 in Domburg exposeerden. Men vond er naturalisme naast impressionisme, neo-impressionisme, luminisme, kubisme en expressionisme. Goth bleef overwegend een impressionist, zij het vaak met een luministische en ook expressionistische toets. In 1920 maakten Maurice en Ada Góth plannen om naar Hongarije terug te keren. Zij vestigden zich in een dorpje bij Boedapest, maar zouden er niet blijven; wel reisden ze er ’s winters naar terug. In 1929 vestigde de familie Góth zich in Veere.
Hij tekende en schilderde - ook in aquarel – vlot en kleurig stranden, havens (Zeeland), bloemen, portretten, figuren, dieren (paarden) en landschappen in een impressionistische stijl. Naast schilder en tekenaar was hij ook beeldhouwer. Hij werd bekroond met de Hongaarse Prix de Rome en kreeg nog verschillende andere onderscheidingen. Goth was lid van Arti et Amicitiae in Amsterdam. Zijn werken zijn opgenomen in de collecties van het Gemeentemuseum, het Centraal Museum en het Drents Museum. Ada schilderde na haar huwelijk nog maar zelden, Móricz, inmiddels Maurice, des te meer. ‘Góth was de fijnbesnaarde, met een tikje melancholie gekleurde schilder van de natuur. Hem ontbrak alle uiterlijkheid, alle opzettelijkheid en gemaaktheid. Zijn kunst was zuiver lyrisch en in absolute overeenstemming met zijn temperament. Deze kunstenaar schilderde vanuit zijn gevoel, krachtig, zorgvuldig, met directheid en bekoorlijke eenvoud. Alsof zijn penseel elke toets met stille hand en kloppend hart tegelijk neerzette! ‘. Met Ada had hij een dochter, schilderes Sarika Goth, die in Wenen werd geboren en in Domburg ook ging schilderen. In 1943 werd hij gedwongen naar Amsterdam te verhuizen waar hij in 1944 overleed.




