Een schilderijlijst kan een werk maken of breken, toch is het belang van de eenheid van schilderij en lijst voor lange tijd ondergewaardeerd geweest. Als het enigszins kan willen wij graag de originele lijst bij een schilderij houden. We hebben weleens de fout gemaakt om deze weg te halen en te vervangen door een meer hedendaagse baklijst die in vele interieurs staat en dus meer mensen zal aanspreken. De lijst is vaak de verbindende schakel tussen het schilderij en interieur en is daarmee modegevoelig. Maar pas dus op.
Gouden lijsten werden vroeger vaak gebruikt omdat het weelde uitstraalt maar het is ook de kleur die het kaarslicht reflecteren, waardoor de voorstelling beter oplicht. Bij Middeleeuwse werken zijn de lijst en het paneel vaak uit één stuk hout vervaardigd en daarmee onlosmakelijk aan elkaar verbonden in hun fysieke en symbolische verbinding. Het houtsoort vertelt (juist uit die periode) het verhaal waar een werk vandaan komt. De wedergeboorte van de klassieke kunsten tijdens de Renaissance zorgt voor lijsten met harmonische proporties van klassieke tempels. Als de kunst voor de kerken verdwijnt, brengt dat ook eenvoudigere lijsten met zich mee. Hoewel de lijsten zeer eenvoudig van constructie zijn, bieden ze eindeloze mogelijkheden voor decoratie.
De kwablijst
De komst van de Maniëristische stijl laat de harmonieuze verhoudingen en de verfijnde decoratie van de klassieke Renaissance achter zich. Nationale variaties zijn duidelijk zichtbaar, zo heb je de nadrukkelijke rollen en golvende lijnen van de Italiaanse Sansovino lijst, terwijl het Britse Manierisme zich verwoordt in de wervelende Sunderland lijst. De Hollandse versie van de Auricular lijst wordt ook wel de kwablijst genoemd.
Parallel aan deze uitbundige lijsten floreert in de Noordelijke landen de ebbenhouten lijst. De toegenomen handel met nieuwe wereldkolonies introduceert in Noord-Europa een verscheidenheid aan exotische kostbare houtsoorten. Deze donkere lijsten sloten naadloos aan op het sobere karakter van het Hollandse protestantse interieurs in de Gouden Eeuw. De lijsten rond de Dreibholz in donker hout is daarom zeer passend.
De barokke Lodewijk XIII (ca. 1601-1643) lijst kenmerkt zich door de doorlopende ornamenten met klassieke motieven met gestileerde florale elementen als een verwijzing naar de formele aangelegde tuinen van Versailles. De achttiende-eeuwse frivole rococo schilderkunst vraagt om een even uitbundige schilderijlijst waarbij er sprake is van een bijna strikte eenheid tussen architectuur en interieur met een elegante en dynamische vormentaal; veelal werd gebruik gemaakt van schelpmotieven en organische sculpturen.
Als respons hierop ontstaat de Lodewijk XVI-lijst (ca. 1774-1792 met een Neoclassicistische vormentaal. In de daaropvolgende Empirelijst (ca. 1804-1815), die verwijst naar het keizerrijk van Napoleon Bonaparte, spelen eveneens de hernieuwde interpretaties van klassieke ornamenten een belangrijke rol. Het Napoleontische regime schrijft een strakke uniformiteit voor wat betreft schilderijlijsten. De lucratieve pâte-techniek maakt het mogelijk om aan Napoleons seriematige vraag naar Empirelijsten te kunnen voldoen.
Later in de 19e eeuw keert de intimiteit tussen de lijst en de kunstenaar terug. Als reactie op de massaproductie ontwerpen de Nazareners en de Prerafaëlieten hun eigen lijsten. cSeurat (1859-1891) brengt bijvoorbeeld een onlosmakelijk verband aan tussen het werk en de lijst. Waar hij de pointillistische stijl doortrekt op het kader.
Vandaag de dag grijpen gerenommeerde lijstenmakers, als Gehring & Heijdenrijk terug op het verleden door schilderijen van lijsten te voorzien uit corresponderen stijlen en periodes. Lijst en schilderij moeten in balans zijn want dan past het in elk interieur. Bij onze werk heeft bijvoorbeeld Geer van Velde een Gehring & Heijdenrijk lijst.
Ook kiezen wij vaak voor de baklijst omdat je deze kan laten meekleuren met het werk en het interieur. Een werk van Van Velthuyzen hebben we daarom laten kleuren in een groentint terwijl daar eerst een veel zwaardere lijst om heen zat.
Artikel ontleend aan een blog door Annick Bettink